Stappenplan eenvoudig manoeuvreren met een zeiljacht op de motor in de haven bij Zeilschool Witte Waaier.

Stappenplan om eenvoudig te leren manoeuvreren met een zeiljacht op de motor in de haven. Eerste stappenplan: gebruik lijnen/ touwen, gebruikmaken van de wind, en aankomen aan een steiger.

  • Bekijk de boot goed op een foto of tekening. Wat voor kiel heeft de boot? Een smalle diepe of een lange kiel? Idem voor het roer: een smal diep roer? En zit de schroef voor of achter het roer? Een smalle diepe kiel betekent een kleine draaicirkel. De schroef vlak voor een groot roer betekent veel roereffect met de motor aan. Een saildrive betekent meestal weinig schroefeffect. Een dubbel roer betekent meestal weinig roereffect en wel schroefeffect.
  • Leer eerst goed met de lijnen/ touwen te werken. Vooral: 4 knopen kennen, en goed leren gooien met de lijnen.
  • De 4 knopen: mastworp (voor de stootwillen vast en los maken), achtje of stopperknoop (voor achter op de lijn), belegknoop om de lijn op een kikker te zetten, en mogelijk de paalsteek (b.v. voor het bevestigen van de genuaschoot aan de genua).
  • Leer goed gooien met een lijn, vanaf het schip naar een bolder of kikker op de kant. Het is echt goed haalbaar om in 80% van de gevallen raak te gooien vanaf ca. 2 m. Dan kan je gewoon vanaf de boot je werk doen.
  • Hiervoor neem je 3 of 4 slagen in elke hand. De lijn zit aan de ene kant aan het schip vast, en aan de andere kant houd je het uiteinde met je pink vast. Houd de handen ca. halve meter uit elkaar. Zet de voeten tegen de reling, en houd het touw over de reling. En dan beetje zwaaien/zwiepen met de lus van het touw en dan gooien met de handen breed uit elkaar, zodat de lus breed genoeg is.
  • Vaar af en leg eerst de boot aan de wind. Kijk hoe het schip reageert op de wind. Meestal draait vrij snel de neus van het schip weg. Zie hoe snel dat ongeveer gaat.
  • Leg nu het schip met de kont aan de wind. Zie dat het schip vrij stabiel ligt en niet veel draait.
  • Vaar nu op de motor rondjes, linksom en rechtsom, en kijk naar de draaicirkel van de boot. Hoe groot is die cirkel? B.v. een scheepslengte? Of meer? Als de boot linksom beter draait dan rechtsom heeft de boot een linksdraaiende schroef, en vice versa.
  • Doe dat vooruit varend en achteruit varend. Hoe reageert de boot?
  • Een linksdraaiende schroef betekent dat de boot achteruit varend wat naar rechts, naar stuurboord trekt. En vice versa.
  • Vaar nu naar een hoger wal. Dat is een steiger waar de wind vandaan waait.
  • Vaar daar rustig heen, tot op ca. 1 of 2 meter, en leg het schip parallel stil aan de steiger. Zie wat de wind met het schip doet: de neus waait vrij snel weg.
  • Doe hetzelfde achteruit varend.
  • En nu met een langswal waarbij de wind parallel aan de steiger waait. Vaar tegen de wind in. En achteruit tegen de wind in.
  • Breng voldoende stootwillen/ fenders aan: minimaal 3 per kant, en gebruik de mastworp.
  • Kijk van te voren even goed hoe hoog de stootwillen moeten hangen. Bij een drijvende steiger: vlak boven het water, en anders 20 cm hoger.
  • Vaar nu met een schuine hoek aan op de hoger wal of langswal en leg het schip stil vlak langs de steiger. Er moet een eitje tussen kunnen. Dit ook achteruit doen.
  • Vaar rustig. Hoe minder het waait hoe rustiger, en als het hard waait wat meer vaart. Houd rekening met de wind.
  • En nu: doe hetzelfde en gooi een voor- en een achterlijn vanaf het schip over de bolder, en beleg de lijn met een belegknoop op de kikker van het schip. Dit ook achteruit doen, tegen de wind in varend.
  • Wegvaren van hoger wal: gewoon het schip laten wegwaaien van de steiger.
  • Langswal: leg het schip parallel aan de steiger op ca. 2 m. Breng min. 3 stootwillen aan, en laat het schip langzaam tegen de steiger aanblazen.
  • Voor een goede les hierin: neem contact op met Zeilschool Witte Waaier. We leren het je graag.

Volgend, tweede stappenplan: afvaren van lagerwal, gebruik springen, boxvaren, wat te doen bij meer wind.