Het noodvuurwerk van de beide schepen van Zeilschool Witte Waaier is aan vervanging toe. Er is op dit moment van alles te lezen over alternatieven. Hoe goed zijn die? Dat leidt tot nieuwe gedachten hierover, maar het laatste is er nog niet over gezegd. .
De huidige voorzieningen zijn gebaseerd op ouderwets ? vuurwerk. Maar er zijn toch echt nieuwe ontwikkelingen.
In de watersport bladen is er over geschreven: een artikel in Zilt: http://www.evertnieuwenhuis.nl/zeilen/alarm-is-noordvuurwerk-nog-van-deze-tijd.
Er staat: “zelden tot nooit speelt noodvuurwerk een belangrijke rol bij reddingsoperaties”, zegt Ron Corstanje van de Nederlandse Kustwacht, in dit interview in dit artikel.
Er is ook een artikel in in PBO (Practical Boat Owner, grootste Engelse watersport blad) waarin de DSC marifoon en Epirb (Emergency Position Indicating Radio Beacon) als mogelijke “vervangers” van noodvuurwerk worden genoemd.
Dus elektronica is eigenlijk de belangrijkste veiligheidsmaatregel. De DSC marifoon is er al (zie boven), de gewone mobiele telefoon wanneer je nog vlak voor de kust bent (dat komt het meeste voor), en daarnaast: de KNRM heeft een hele goede app: “KNRM helpt” met een noodknop die je kunt indrukken. Maar ook dat werkt vlak voor de kust alleen.
De laatste tijd komen er tevens reddingsmiddelen voor de nacht op de markt die werken met lasers, b.v. de LED flares zoals de Distress flare met een hele helle laser die op grote afstand zichtbaar is. Die zijn goed; ze blijven urenlang werken.
Wat ook nog naast de Epirb genoemd moet worden zijn de PLB’s: oftewel de personal locator beacon. Die zijn in opkomst. Het werkt m.b.v. het AIS systeem. Het baken heeft net zoals de Epirb voor schepen als belangrijkste doelstelling een homing signaal uit te zenden naar een ontvanger. Middels dit homing signaal van het baken of personal locator beacon wordt de drenkeling eenvoudig gevonden door een zoekende instantie werkzaam in de omgeving.
Tevens is het vervangen van het oude vuurwerk in de praktijk lastig, omdat in sommige gemeenten, b.v. in Deventer waar ik woon, men niet goed overweg kan met de oude vuurpijlen. Zowel de gemeente (de afvalverwerking), als de brandweer, als de politie willen het niet in ontvangst nemen en verwijzen telefonisch naar elkaar. Ook niet iedere winkel, als je nieuw koopt, wil het oude terug nemen. Het eindadvies dat ik kreeg was uiteindelijk: laat het vuurwerk een week onder water staan en doe het dan in de container met restafval. Dus als je nieuwe koopt, weet je dat je met een paar jaar hier weer mee te doen hebt. Maar tegelijkertijd is het wel bekend dat noodvuurwerk het best nog kan doen als het een hele tijd onder water gestaan heeft.
Een aantal watersporters steekt het met nieuwjaar af ondanks dat het niet mag. Dit jaar had ik een flinke hoeveelheid van 2 schepen; te veel voor de jaarwisseling, en eigenlijk vind ik het helemaal niet leuk om te doen.
Rondgevraagd hierover: iemand zei: ”Mijn eigen gevoel en ervaring met noodvuurwerk; heb je het wel eens afgestoken? Het is erg krachtig (niet te vergelijken met siervuurwerk), gloeiend heet en komt erg dicht bij je handen! Je moet eigenlijk vuurvaste handschoenen en een veiligheidsbril opzetten, ook afsteken in een schommelend reddingsvlot lijkt mij gevaarlijk voor mens en vlot!”
De rondgang langs deskundigen die in het artikel aan de orde kwamen liet zien dat het antwoord meer nuance verdient. Bijvoorbeeld omdat, als alles uit de hand loopt, elektriciteit uit het boordnet veel minder vanzelfsprekend is. Of omdat wanneer de reddingsactie in gang is gezet, het visueel markeren van je positie redders zeker helpt om je snel te vinden. Probeer vanuit een reddingshelikopter op het volle IJsselmeer maar eens de goede boot te vinden.
Wat gaan we doen voor de beide schepen ?
Zoals gezegd: de marifoon met de DSC knop is er al lang, en voor de lange tochten verder uit de scheepvaartroutes komt er op termijn een Epirb.
Het gaat een mix worden van noodvuurwerk om op zeker te spelen, maar tegelijkertijd ook komen er LED flares. Maar visuele signalen zoals een handrooksignaal zal nog nodig blijven voorlopig.