Mensen hebben regelmatig vragen over zeeziekte. Bijvoorbeeld omdat je zelf, of je familie, weet dat je kwetsbaar bent voor zeeziekte en je je afvraagt of dat tijdens de lessen kan gebeuren. In de praktijk tijdens het lessen valt het nogal mee, omdat de golven op de Oosterschelde meestal niet zo hoog zijn, zeker half tij of bij laag water. Dit omdat de zandbanken dan als golfbreker dienen. Maar op langere tochten op de Noordzee is zeeziekte wel iets om rekening mee te houden.
Symptomen zijn: duizeligheid, misselijkheid, braken, bleke gelaatskleur en zweten. Je voelt je dus “onvast”. Ook wel: hoofdpijn, geeuwen en vaak verlies van interesse in de omgeving. Je wordt apathisch. De slaperigheid, de afnemende werklust en de futloosheid maken de inzetbaarheid van het bemanningslid beperkt. Door plat te gaan liggen en de ogen te sluiten kan de patiënt het conflict tussen de ogen, evenwichtsorgaan en de hersenen proberen uit te schakelen. Maar ja, dan is het helemaal niet leuk meer. Wat vaak kan helpen: is kijken naar de horizon en frisse lucht. Het sturen van het schip kan echt wel helpen.
Wat maakt dat iemand zeeziek wordt? In ieder geval de eigen gesteldheid die dag. Het helpt om goed uitgerust te zijn, en soms helpt het om alvast een nacht door te brengen aan boord. Dan wen je aan de bewegingen en wordt de boot verder vertrouwd. Maar dat geldt vooral voor de langere tochten.
Er zijn een paar soorten pillen en pleisters te koop die wel redelijk werken, maar tegen grote klachten niet opgewassen zijn. Onderhands zijn er soms wel mengsels verkrijgbaar, maar niet officieel, en ook die werken maar beperkt. Medicatie:
- Cinnarezine: het goedkoopste zeeziektepilletje, zonder recept bij de apotheek verkrijgbaar. Je slikt dan niet de kalmeringsmiddelen die in reispillen zitten.
- Primatour reispilletjes.
- Scopoderm pleister die je achter het oor kunt plakken.
- Verder zijn er ook nog Relief Band, acupressuurbandjes en magneetpleisters: mechanische middelen die een enkele keer bij een enkele persoon verlichting kunnen geven.