Manoeuvreren met de Witte Waaier: varen met een saildrive en klapschroef

De boot, een Winner 9.50, heeft een saildrive en een klapschroef. Dat ziet er onder water zo uit: een diepe smalle kiel (1.70), een diepstekend roer en een uitsteeksel met een klein schroefje eraan.

Daarmee is de Winner helemaal uitgerust voor scherp en wendbaar zeilen, en niet zozeer voor motorboot varen.

In de praktijk van het manoeuvreren in de haven betekent dat:

  • Saildrive in combinatie met de diepe kiel: de boot vaart heel goed achteruit, heel precies. En heel wendbaar. Dat betekent dat met veel wind in een drukke haven de boot vaak nog beter achteruit te varen is dan vooruit. Tegen de wind in vooruit varend dreigt de neus van het schip soms wat weg te waaien. Voor de wind, achteruit varend: nergens last van.
  • Bij een schip met een lange kiel en een schroefas met een vaste schroef is dat heel anders. Door een sterk wieleffect en een heel trage wendbaarheid is het achteruitvaren soms heel lastig. Maar met een saildrive en dit onderwaterschip is het een echte eye opener voor veel mensen.
  • De schroef klapt van zichzelf uit zodra de motor toeren maakt. Maar let op: dat duurt even, dus geef het de tijd. In de haven betekent dit dat je met beleid, als je van vooruit naar achteruit schakelt, gas moet geven. Het schip moet echt even op gang komen en maakt dan pas vaart. Maar tijdens het zeilen betekent het: minder weerstand in het water, en dat is heerlijk bij een zeilboot. De schroef klapt dan in.
  • De Winner heeft een linksdraaiende schroef met weinig wieleffect. Dat betekent dat een rondje bakboord vooruit uit net iets kleiner is dan andersom. Maar eigenlijk is bij dit schip en deze schroef het effect verwaarloosbaar. Alleen achteruit, bij het aanleggen, trekt het schip iets naar stuurboord door het wieleffect. Dat is goed om rekening mee te houden, b.v. bij het aanleggen in een sluis.

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *